Lagere school
Om toegelaten te worden tot het gewoon lager onderwijs moet een leerling zes jaar zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar. Als hij nog niet de leeftijd van zeven jaar heeft bereikt of zal bereiken voor 1 januari van het lopende schooljaar, moet hij bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° het voorgaande schooljaar ingeschreven zijn geweest in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en gedurende die periode ten minste 290 halve dagen daadwerkelijk aanwezig geweest zijn (halve dagen aanwezigheid in de rijdende kleuterschool worden beschouwd als aanwezigheid)
2° een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling voorafgaand aan de instap in het gewoon lager onderwijs kleuteronderwijs gevolgd heeft. Dit advies behelst de mate waarin de leerling het Nederlands voldoende beheerst om het gewoon lager onderwijs te kunnen starten.
3° bij ongunstig advies van de klassenraad van de kleuterschool: een toelating door de klassenraad van de school waar de leerling het gewoon lager onderwijs wil volgen. Leerlingen met een ongunstig advies worden enkel toegelaten tot het gewoon lager onderwijs mits deze leerlingen een taaltraject doorlopen.
4° voor leerlingen die geen kleuteronderwijs gevolgd hebben, beslist de klassenraad van de school voor lager onderwijs na een taalscreening of deze leerling al dan niet toelating krijgt tot het reguliere traject, of een taalbad in het gewoon lager onderwijs volgt.
Uitzonderingen:
Een leerling die een jaar te vroeg wil instappen in het lager onderwijs (5 jaar ten laatste op 31 december van het lopende schooljaar) wordt enkel ingeschreven, na advies van het CLB en na toelating van de klassenraad. Het beslissingsrecht van de ouders vervalt hier.
Na kennisneming van en toelichting bij het advies van CLB en na toelating van de klassenraad, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap.
De beslissing en motivatie wordt aan de ouders meegedeeld uiterlijk 10 schooldagen na de eerste schooldag van september of de inschrijving. In afwachting van de mededeling is de leerling ingeschreven onder opschortende voorwaarde. Wanneer de termijn overschreden wordt, is de leerling ingeschreven. Wanneer de beslissing tot toelating negatief is, zal de beslissing schriftelijk meegedeeld en gemotiveerd worden. De school wenst een gedragen beslissing te nemen en dit in samenspraak met de ouders, het CLB en de leerling zelf. De klassenraad baseert zich hierbij op de brede observaties van het kleutervolgsysteem, de nagestreefde ontwikkelingsdoelen, de resultaten van een relevante afname van de schoolrijpheidstoets, oriënterende ouder- en kindgesprekken.
Voor zij-instromers van 7 jaar of ouder gelden de bovenstaande voorwaarden niet.
Onze school
De lagereschoolkinderen worden ingedeeld in groepen op basis van leeftijd en leervorderingen.
Het kind behoort tot een groep als het meer dan de helft van de activiteiten volgt in die groep.
Voor bepaalde activiteiten kunnen de kinderen in één of meerdere groepen worden ingedeeld.
Elk leerjaar (leerlingengroep) heeft zijn eigen klastitularis. Sommige leerkrachten werken deeltijds. In deze klassen worden de lestijden evenredig tussen twee titularissen verdeeld, die in gemeenschappelijk overleg over het welzijn van het kind waken.
De eerste en tweede graad zijn opgesplitst voor wiskunde en taal. Voor de andere vakken hanteren we het graadklassensysteem. Dit omdat we het leren van elkaar erg belangrijk vinden. De derde graad wordt opgesplitst afhankelijk van de mogelijkheden en de noden.
Om de doelen uit het pedagogisch project te concretiseren, onderschrijft onze school de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen die door het ministerie zijn opgelegd. Om die te realiseren bouwt zij op de leerplannen die door O.V.S.G. (het onderwijssecretariaat van steden en gemeenten) zijn uitgewerkt.
Het onderwijsaanbod in het gewoon lager onderwijs omvat, en waar mogelijk in samenhang de volgende leergebieden:
-lichamelijke opvoeding
-muzische vorming: (beeld, muziek, beweging, drama en media)
-Nederlands: (lezen, schrijven, luisteren, spreken, strategieën, taalbeschouwing, (inter)culturele gerichtheid)
-W.O.: wetenschap en techniek (natuur en techniek) en mens en maatschappij (mens, maatschappij, tijd, ruimte, verkeerseducatie)
-wiskunde: (getallen, meten, meetkunde strategieën en probleemoplossende vaardigheden, attitudes)
-Frans (enkel voor de 3de graad) : (luisteren, spreken, mondelinge interactie, lezen, schrijven)
En voor de leergebiedoverschrijdende thema’s :
-leren leren
-sociale vaardigheden
-ICT
Daarnaast omvat het onderwijsaanbod voor het lager onderwijs 2 lestijden onderwijs in één van de erkende godsdiensten of in de niet-confessionele zedenleer.
De zes leergebieden en 3 leergebiedoverschrijdende thema’s ontplooien het totale kind en zijn daarom evenwaardig. De concrete doelstellingen, die bij elk van de 6 leergebieden willen bereikt worden, staan uitgeschreven in de leerplannen van O.V.S.G. Deze doelen bepalen natuurlijk de leerstof die zal aangebracht worden.
Wij beschikken en hanteren de nieuwste methodes, die het dichtst het vooropgestelde doel van onze leerplannen benaderen. Zo bieden wij onze leerlingen optimale mogelijkheden om met een goed resultaat de basisschool te doorlopen.
Wat na de lagere school ?